Dat je niet moet praten over elkaar maar mét elkaar, dat weten we allemaal wel. Maar dat maakt het nog niet altijd makkelijk om te doen. Michiel Naaijkens, gedragswetenschapper bij spoedeisende zorg (SEZ) van Jeugdbescherming Brabant, helpt zijn collega’s er een handje bij. “In crisissituaties kunnen de belangen van verschillende partijen botsen. We hebben bespreekbaar gemaakt tot welke frustraties dit kan leiden in de teams van de betrokken organisaties. Meer begrip voor elkaars positie helpt enorm. Zó veel dat ik maar amper gevraagd wordt in te springen als mensen samen niet tot een oplossing komen.”
Aanleiding
Na een melding gaat SEZ op zoek naar een passende crisisplek. “Dan hebben we weinig tijd en, eerlijk is eerlijk, niet altijd even veel geduld met eventuele tegenwerpingen en bezwaren van degene aan de andere kant van de lijn. Die dan natuurlijk ook gefrustreerd raakt. De reflex die velen van ons hebben is om dan lekker een potje stoom af te blazen bij collega’s. Heel begrijpelijk, maar niet zo handig. De wolk van frustratie wordt alleen maar groter en je lost er niks mee op.”
Les
In gesprek met een collega-gedragswetenschapper van Oosterpoort hoorde Michiel dat het er aan de andere kant van de lijn hetzelfde aan toegaat. ‘Zonde’, vonden ze allebei. En bedachten een oplossing “Met de gedragswetenschappers van SEZ en Oosterpoort hebben we de frustraties die in onze teams leven uitgesproken. Gepraat over wat er gebeurt als de spanning toeneemt. Als je elkaar kwijtraakt in het proces en er niet in slaagt spanningen bespreekbaar te maken en de lucht weer te klaren. We hebben er expliciet bij stil gestaan hoe onze mensen in het werk zitten. Om beter te leren begrijpen vanuit welke achtergrond en motivatie zij het doen en met welke beperkingen zij te maken hebben. Onderlinge afspraken, schaarste aan personeel en behandelplekken: je hebt het er op dat moment maar mee te doen. Het heeft geen zin om dit de samenwerking negatief te laten beïnvloeden; dat werkt juist averechts. Focus je liever op het doel dat je allemaal hebt: de veiligheid van het kind waarborgen.”
Wat je dan afspreekt na zo’n overleg: allemaal obligate dingen. Dat je elkaar eerder en vaker gaat bellen. Dat je waardering en respect hebt voor elkaars perspectief en dat verschillen er mogen zijn. En dat je ‘een koe een koe’ noemt: als iedereen ‘nee’ zegt, roep je even in herinnering dat ‘deze jongere dan overmorgen onder een brug ligt’. “Dit soort duidelijkheid kan enorm helpen om tóch tot een oplossing te komen.”
De collega’s van beide organisaties waarderen de inspanningen van hun gedragswetenschappers, die de spil van het team zijn. “Ze mogen ons inschakelen als de spanning oploopt en als de benodigde samenwerking niet tot stand komt. Dit is zelden nodig, weten dat het kan en dat je gesteund wordt geeft waarschijnlijk al de extra ruimte om het gewoon zelf op te lossen.”
Tip
Gedragswetenschappers kunnen een belangrijke rol vervullen om de samenwerking tussen ketenpartners te verbeteren. “Ondersteun je collega’s en daag hen en jezelf uit om spanningen in de samenwerking bespreekbaar te maken.”